Vaak krijgen wij de vraag hoe je kunt weten of je zadel nog past. Hier 9 tips om te kijken of het zadel goed past:
- Wanneer je naast je paard staat en het zadel ligt op het paard zonder sjabrak dan moet het zadel recht liggen. Het gaat hierbij om het diepste punt van het zadel, dit moet recht liggen. Wanneer je tegen de lepel van het zadel aanduwt moet het zadel dan mooi achter de schouders van het paard blijven liggen. Het mag dus niet naar voren glijden.
- Als je met je vlakke hand voor op de kamer van je zadel drukt dan moet het zadel stabiel blijven liggen. Het zadel mag niet omhoog komen aan de achterkant.
- De ruimte tussen het panel aan de voorkant en de ligging op het paard moet zodanig zijn dat je er zonder druk met je hand tussendoor kunt glijden.
- Tussen de kamer van het zadel en de schoft van het paard moet minimaal 3 vingers ruimte zitten.
- Om te bepalen of je zadel gelijkmatig aanligt op de rug van je paard kun je met je hand tussen de kussens van het zadel en de rug van je paard voelen. De druk moet overal min of meer gelijk zijn.
- De ruggengraat van je paard moet vrij in het kussenkanaal liggen. De kussens moeten dus niet tegen de ruggengraat aan drukken.
- De meest gemaakte fout is dat het zadel aan de voorkant knelt en men dan denkt dat het zadel te nauw is. Dit knellen wordt in meer dan 50% van de gevallen veroorzaakt doordat het zadel te breed is.
- Daardoor komt alle druk op de voorkant van het zadel. Dit leidt dan vaak to spieratrofie met als gevolg dat het paard steeds smaller wordt en het zadel relatief steeds breder (kuilen naast het schoft).
- Uiteraard mag het zadel niet te lang zijn en mag het draagvlak van het zadel niet verder komen dan de laatste rib.
Wil je zeker weten dat het zadel goed past dan helpen wij je graag verder met onze pas- en meetservice.
